Trouwen

'Joanneeee?'
'Jaa?'
'Ben jij ook getrouwd?'
'Nee, ben jij ook getrouwd?'
'Nee ook niet'
(..)
'Joanneeee?'
'Jaa?'
'Waarom ben jij eigenlijk niet getrouwd?'
'Omdat ik wacht totdat ik met jullie kan trouwen'
'Ow. Ben jij dan verliefd?'
'Ja op jullie'
'Ow. Ik ben ook verliefd op jou hoor. Niet op mama en ook niet op papa want daar mag ik nooit iets van!'
'Hmm. Ik vind het wel heel leuk dat jij ook verliefd bent op mij'
'Ja he? Dan gaan we trouwen als mijn broertje en ik groot genoeg zijn!'
'Ja!'
'Dan mag je toch ook in een huis gaan wonen wat je wil?'
'Ja dat mag dan'
'Dan gaan we in jou huis, met de krijtjes op de muur'
'Ja dat vind ik wel een leuk idee! Maar Marlies dan?'
'Ow die mag daar wel blijven wonen hoor!'
'Ok. Gezellig!'
'Ja!'